Je houten vloer loopt gevaar.
Het is weer vroeg donker en de tijd is weer gekomen om de verwarming te laten branden.
De kou buiten houden is voornaam om zo gunstig mogelijk te kunnen stoken.
Maar er kleeft ook een groot nadeel aan het verwarmen van onze geïsoleerde woningen.
Omdat we enerzijds stoken en anderzijdfs alles potdicht houden tijdens het stookseizoen, is het gevolg hiervan dat de lucht in huis droog tot zéér droog wordt.
Soms zó droog dat de relatieve luchtvochtigheid niet verder reikt dan 20-25%. Dit terwijl een gezonde waarde voor de relatieve luchtvochtigheid tussen de 60% en 65 % bedraagt.
Wat betekent dit nou voor je houten vloer?
Bij de lage relatieve luchtvochtigheid zal het houtvochtgehalte sterk afnemen. Door het lagere gehalte aan restvocht zal het hout krimp gaan vertonen.
Dit geldt voor alle houten voorwerpen in huis en zeker ook voor je houten vloer. Als dit binnen de perken blijft, zal bij een hogere luchtvochtigheid het restvochtgehalte weer toenemen en daarme zal het hout weer uitzetten.
Maar als het extreem doorzet, kan het hout naast krimp ook scheurvorming gaan vertonen.
Het is dus van groot belang de relatieve luchtvochtigheid op peil te houden en uitdrogen van hout te voorkomen.
Hoe voorkom je onherstelbare schade aan je vloer?
Om te bepalen of de relatieve luchtvochtigheid te laag is gebruik je een zogenaamde hygrometer. Want meten is weten. Hang deze niet in de buurt van een raam of aan een buitenmuur want daar is de relatieve luchtvochtigheid het hoogst. Meet de plaatsen waar deze het laagst is. Dus bijvoorbeeld een binnenwand uit de tocht is prima.
TIP: de wand waar de kamerthermostaat hangt is in ieder geval geschikt.
Een waarde van minimaal is 55% is prima. Zoniet en meet je lager, dan druingens bevochtigen. Dit kan het beste met een luchtbevochtiger. Let bij de aanschaf van een luchtbevochtiger dat deze voldoende capaciteit heeft voor het volume lucht in de ruimte. De vakman kan je er alles over uitleggen.
